Sommige uitspraken zijn te mooi om voor jezelf te houden.
Cliënt is in 2009 veroordeeld door het gerechtshof Arnhem om het duizelingwekkende bedrag van € 575.580,30 aan de Staat terug te betalen wegens betrokkenheid bij hennepkwekerijen.
Dit, terwijl cliënt zijn betrokkenheid heeft toegegeven. Hij had echter slechts een fractie daarvan, zo’n € 16.000,00, ontvangen, omdat hij op uurbasis werkte.
Hoewel de politie wist dat cliënt niet de man was, die het grote geld opstreek, wilde de rechter destijds die politiemensen daarover niet als getuigen horen en de hoogste rechter van ons land, de Hoge Raad, bevestigde uiteindelijk de vordering.
Cliënt en zijn vrouw hebben sindsdien er alles aan gedaan om datgene wat zij verdienden, zoveel mogelijk aan het CJIB te betalen. Er was nauwelijks extra geld om de kinderen iets leuks te geven en ieder jaar rond de feestdagen en rond de vakantie vroeg het CJIB om extra betalingen.
Dit leidde tot grote psychische druk binnen het gezin, zelfs zo dat de huisarts zich heeft afgevraagd:
“of hier vanuit de juridische hoek geen ander- naar de toekomst gewerkt met een positieve lijn- beleid kan worden gevoerd. Zoals het nu al zo lang gaat, zien we een afbreuk van persoon en gezin. “
In dit soort zaken geeft de wet een mogelijkheid om aan de rechter het verzoek te doen het bedrag kwijt te schelden of te matigen.
De rechter gaat daar niet vaak toe over, omdat meestal wordt overwogen dat er nog in de toekomst voldoende verdiend kan worden om af te betalen.
In dit geval heb ik aangevoerd dat de telkens terugkomende betalingsverplichting en het feit dat deze uitzichtsloos is, betekent dat deze vordering enkel als straf wordt ervaren. Dit, terwijl cliënt destijds al zijn straf, naast deze ontnemingsmaatregel, heeft ondergaan.
Het Openbaar Ministerie was naar aanleiding van het uitgebreide verzoekschrift bereid de vordering te verlagen tot € 100.000,00 maar zelfs dat bedrag zou cliënt, nu 52 jaar, in zijn werkzame leven nooit kunnen terugverdienen.
De beslissing van het gerechtshof kwam als een verlossing.
Cliënt moet nog € 4.600,00 terugbetalen en heeft daar twee jaar de tijd voor.
Wordt u nog steeds geconfronteerd met een oude ontnemingsvordering en doet u écht uw best om af te betalen, maar gaat het gewoon niet meer, dan bestaat er dus de mogelijkheid om met succes aan de rechter om kwijtschelding of vermindering te vragen.
Neemt u gerust contact op met Van Schaik Advocaten.